Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

Deelnemer aan Dexia Aanbod heeft door het aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod afstand gedaan zowel met betrekking tot alle door hem gesloten effectenlease-overeenkomsten.

Uitspraak



GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.092.619

arrest van de eerste kamer van 22 mei 2012

in de zaak van

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellante,

advocaat: mr. F.E. Kerkvliet,

tegen:

Dexia Nederland B.V. (voorheen Dexia Bank Nederland N.V.),

gevestigd te [vestigingsplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. J.M.K.P. Cornegoor,

op het bij exploot van dagvaarding van 25 februari 2011 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Breda, sector kanton, locatie Breda gewezen vonnis van 8 december 2010 tussen appellante - [appellante] - als eiseres in conventie en verweerster in reconventie en geïntimeerde - Dexia - als gedaagde in conventie en eiseres in reconventie.

1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 494004 CV EXPL 08-4226)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis en het daaraan voorafgegane tussenvonnis van 28 januari 2009.

2. Het geding in hoger beroep

2.1. Bij memorie van grieven heeft [appellante] vier grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort gezegd, tot het alsnog toewijzen van de vorderingen van [appellante] in conventie en het afwijzen van de vorderingen van Dexia in reconventie.

2.2. Bij memorie van antwoord heeft Dexia onder overlegging van één productie de grieven bestreden.

2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

3. De gronden van het hoger beroep

Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

4. De beoordeling

4.1. In overweging 1. van het bestreden vonnis heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. De door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover die niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt. Voorts staan nog enkele andere feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van deze relevante feiten.

4.2. Het gaat in deze zaak om het volgende.

(i) [appellante] heeft in de periode 1998 tot en met 2001 met een rechtsvoorganger van Dexia (hierna eveneens: Dexia) een vijftal overeenkomsten van effectenlease gesloten (prod. 1, 4, 5, 6 en 7 bij inleidende dagvaarding):

I op of omstreeks 11 december 1998 een overeenkomst genaamd Altijd-Doen-Plan;

II op of omstreeks 13 oktober 1999 een overeenkomst genaamd Overwaarde Effect;

III op of omstreeks 4 mei 2000 een overeenkomst genaamd WinstVerDriedubbelaar;

IV op of omstreeks 17 augustus 2001 een overeenkomst genaamd Giga-Garant Lease-Service; en

V op of omstreeks 9 november 2001 een overeenkomst genaamd Cash-Clicken Happy Beursday Lease-Service.

(ii) De effectenlease-overeenkomsten I en II, waarop is vermeld “Adviseur: () Spaar Select B.V.” respectievelijk “Adviseur: () Hypotheek Select B.V.”, zijn in elk geval gesloten door tussenkomst van Spaar Select respectievelijk Hypotheek Select.

De effectenlease-overeenkomsten I en III zijn zogeheten restschuldproducten. De overeenkomsten II, IV en V zijn aflossingsproducten.

(iii) [appellante] had al eerder, namelijk op of omstreeks 24 november 1997, met Dexia een effectenlease-overeenkomst genaamd Capital Effect gesloten (prod. 1 bij memorie van antwoord). Deze overeenkomst is op verzoek van [appellante] op 18 november 1998 beëindigd, waarna blijkens een door Dexia opgemaakte eindafrekening een aan [appellante] uit te keren bedrag resteerde van f 113.565,79 (prod. 16 bij conclusie van dupliek in conventie). Deze overeenkomst is niet in de onderhavige procedure betrokken.

(iv) Bij brief van 17 februari 2003 (prod. 17 bij inleidende dagvaarding) heeft Dexia aan [appellante] het zogeheten Dexia Aanbod gedaan. Bij deze brief waren als bijlagen gevoegd een Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod, een Toelichting Dexia Aanbod en Juridische documenten Dexia Aanbod, waaronder de Overeenkomst Dexia Aanbod (prod. 16, 18 en 19 bij inleidende dagvaarding).

(v) De Overeenkomst Dexia Aanbod bood afnemers die bij het eindigen van de looptijd van de effectenlease-overeenkomst werden geconfronteerd met een restschuld een drietal keuzemogelijkheden voor de wijze waarop die eventuele restschuld na het einde van de looptijd van de effectenlease-overeenkomst kon worden voldaan.

De aangeboden mogelijkheden hadden geen betrekking op aflossingsproducten.

(vi) In de introductiebrief van Dexia van 17 februari 2003, waarin Dexia [appellante] informeert over de verruimde mogelijkheden bij de afloop van de effectenlease-overeenkomsten, is onder meer het volgende vermeld:

“Met dit Aanbod komt Dexia () cliënten tegemoet die aan het einde van hun effectenlease-overeenkomst een restschuld kunnen overhouden. Omdat u één of meer effectenlease-overeenkomst heeft die, onder voorwaarden, voor dit aanbod in aanmerking komen, ontvangt u hierbij de bijbehorende documentatie.

()

Dexia biedt met het Dexia Aanbod verruimde mogelijkheden bij de afloop van uw effectenlease-overeenkomst(en). ()

Indien u ingaat op het Dexia Aanbod, en daarmee de Overeenkomst Dexia Aanbod aangaat, gelden bij afloop van uw effectenlease-overeenkomst, indien u een restschuld heeft, de volgende verruimde mogelijkheden:

()

Over elk van deze verruimde mogelijkheden en over het Dexia Aanbod treft u hierbij uitgebreide documentatie aan. Omdat wij menen dat wij juridisch niet verplicht zijn dit gebaar te maken, vinden wij het redelijk dat onze cliënten hier iets tegenover stellen.

Cliënten die willen deelnemen aan het Dexia Aanbod zullen moeten afzien van juridische actie met betrekking tot hun effectenlease-overeenkomst(en). Hierover treft u meer informatie aan in de Overeenkomst Dexia Aanbod die is opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod.”

(vii) Ook in de Toelichting Dexia Aanbod is vermeld dat door het aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod door de afnemer van de effectenlease-overeenkomst(en) afstand werd gedaan van zijn recht om juridische acties te beginnen met betrekking tot zijn effectenlease-overeenkomst(en). In de Toelichting Dexia Aanbod is ter zake het volgende vermeld:

“(blz. 2, hof)

Deze toelichting bevat belangrijke informatie over het Dexia Aanbod. Dat is het aanbod dat Dexia () doet aan haar cliënten met effectenlease-overeenkomsten waaruit aan het einde van de looptijd een restschuld aan Dexia () kan voortvloeien. ()

Indien u zich aanmeldt voor het Dexia Aanbod kunt u uitsluitend rechten ontlenen aan de Overeenkomst Dexia Aanbod en de Algemene Voorwaarden Dexia (). Deze documenten zijn opgenomen bij de meegezonden Juridische Documenten Dexia Aanbod. Wij raden u aan om niet alleen deze toelichting, maar ook de juridische documenten en het aanmeldingsformulier goed te lezen voordat u zich aanmeldt. ()

1. Overeenkomst Dexia Aanbod

Indien u het aanmeldingsformulier ondertekent en tijdig aan Dexia retourneert, gaat u daardoor de Overeenkomst Dexia Aanbod met Dexia Bank Nederland N.V. aan. Deze overeenkomst is opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod. In deze overeenkomst kunt u lezen wat uw rechten en verplichtingen zijn indien u op het Dexia Aanbod ingaat. De overeenkomst bepaalt onder meer dat u afstand doet van uw recht om juridische acties tegen Dexia Bank Nederland N.V. en/of haar tussenpersonen te beginnen met betrekking tot uw effectenlease-overeenkomst(en) of om een beroep te doen op een eventuele rechterlijke uitspraak in een procedure die in verband met effectenlease tegen Dexia Bank Nederland N.V. is of mocht worden aangespannen door een belangenvereniging of stichting. U dient de tekst van de Overeenkomst Dexia Aanbod goed te lezen alvorens het aanmeldingsformulier te ondertekenen.

()

Voorwaarden (blz. 7, hof)

Omdat wij ons juridisch niet verplicht achten om onze cliënten een aanbod te doen, vinden wij het redelijk dat daar van de kant van onze cliënten iets tegenover staat. Cliënten die willen deelnemen aan het Dexia Aanbod zullen moeten afzien van juridische actie tegen Dexia en haar tussenpersonen over hun effectenlease-overeenkomst(en). In de Overeenkomst Dexia Aanbod staat hierover meer vermeld.

()

De Overeenkomst Dexia Aanbod (blz. 21, hof)

Door ondertekening en tijdige retournering van het aanmeldingsformulier aan Dexia komt de overeenkomst Dexia Aanbod tot stand tussen u en Dexia. De Overeenkomst Dexia Aanbod bevat de rechten en de verplichtingen van de deelnemer aan het Dexia Aanbod en van Dexia. De Overeenkomst Dexia Aanbod bestaat uit bepalingen die tussen u en Dexia gelden, ongeacht uw keuze voor één van de verruimde mogelijkheden van het Dexia Aanbod. Hiertoe behoren onder meer bepalingen waarmee afstand wordt gedaan van uw recht om juridische acties tegen Dexia en/of haar tussenpersonen te beginnen over uw effectenlease-overeenkomst(en) of om een beroep te doen op een eventuele rechterlijke uitspraak in een procedure die tegen Dexia is of wordt aangespannen door een belangenvereniging of

-stichting.

()

De beslissing is aan u (blz. 21, hof)

()

Wij adviseren u verder om niet alleen deze toelichting te lezen, maar ook de Juridische Documenten Dexia Aanbod. Met name de Overeenkomst Dexia Aanbod dient u goed door te nemen, want die overeenkomst bepaalt wat uw rechten en verplichtingen als deelnemer van het Dexia Aanbod zijn.”

(viii) De Overeenkomst Dexia Aanbod - waarin [appellante] als Deelnemer wordt aangeduid - houdt onder meer het volgende in:

“Overwegingen: (blz. 1, hof)

A. Deelnemer heeft met Dexia () één of meer effectenlease-overeenkomst(en) gesloten;

B. Dexia heeft aan Deelnemer het Dexia Aanbod gedaan dat Deelnemer, bij afloop van effectenlease-overeenkomst(en) waaruit aan het einde van de reguliere looptijd een restschuld van Deelnemer aan Dexia kan voortvloeien, verruimde keuzemogelijkheden bij een restschuld biedt ten aanzien van de afwikkeling daarvan;

()

D. Deze overeenkomst bevat de voorwaarden en bepalingen die van toepassing zijn op (de verschillende keuzemogelijkheden van) het Dexia Aanbod, waaronder een bepaling op grond waarvan Deelnemer tegenover Dexia afstand doet van bepaalde, in deze overeenkomst aangeduide, mogelijke aanspraken uit hoofde van enige effectenlease-overeenkomst tussen Deelnemer en Dexia (dus ook die effectenlease-overeenkomst(en), waaruit aan het einde van de looptijd géén restschuld kan voortvloeien).

Artikel 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 De finities; verwijzingen naar artikelen; kopje s

()

DA-Effectenlease- Dexia Aanbod Effectenlease-overeenkomst: de effectenlease-overeenkomst(en)

overeenkomst tussen Deelnemer en Dexia waarvoor het Dexia Aanbod geldt omdat daaruit op de Afloopdatum een Restschuld van Deelnemer aan Dexia kan voortvloeien en die is/zijn vermeld op het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod onder 1;

()

NDA-Effectenlease- Niet Dexia Aanbod Effectenlease-overeenkomst: de (eventuele) ffectenlease-overeenkomst overeenkomst(en) tussen Deelnemer en Dexia waarvoor de verruimde mogelijkheden van het Dexia Aanbod niet gelden omdat daaruit aan het einde van de reguliere looptijd geen Restschuld van Deelnemer kan voortvloeien en die is/zijn vermeld op het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod onder ii;

()

Artikel 5 Verklaringen van De elnemer en afstand van recht (blz. 21, hof)

Artikel 5.1 Verklaringen van De elnemer

()

5.1.2 Deelnemer verklaart dat hij ter zake van de DA-Effectenlease-overeenkomst(en) en/of de NDA-Effectenlease-overeenkomst(en) afstand doet van alle door of namens hem of te zijnen behoeve door derden jegens Dexia en/of enige tussenpersoon bij de totstandkoming van die effectenlease-overeenkomsten betrokken tussenpersoon, gepretendeerde rechten (met inbegrip van maar niet beperkt tot enig recht op schadevergoeding of vernietiging) uit hoofde van of verband houdende met die effectenlease-overeenkomst(en) ()

()

Artikel 6 Slotbepalingen (blz. 24, hof)

()

Artikel 6.4 Geen ontbinding en geen vernietiging; parti ële nietigheid; conversie

6.4.1 Deelnemer, en voor zover van toepassing, de Betrokken Partij, doet respectievelijk doen afstand van zijn respectievelijk hun recht deze overeenkomst te ontbinden en/of te vernietigen op grond dat, naar achteraf mocht blijken, één der partijen niet een juiste voorstelling van zaken had met betrekking tot feiten en/of omstandigheden (waaronder begrepen, maar niet beperkt tot, de uitkomst van eventuele juridische procedures met betrekking tot effectenlease waarbij Dexia al dan niet partij is) die voor één en/of beide partij(en) voor het aangaan van deze overeenkomst van belang zijn geweest.”

(ix) [appellante] heeft het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod op 25 maart 2003 (prod. 16 bij inleidende dagvaarding) als Deelnemer ondertekend - en naar het hof begrijpt aan Dexia geretourneerd - waarna tussen Dexia en [appellante] de Overeenkomst Dexia Aanbod tot stand is gekomen.

Op de achterzijde van het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod is vermeld dat alleen de effectenlease-overeenkomsten Altijd-Doen-Plan en WinstVerDriedubbelaar in aanmerking komen voor het Dexia Aanbod en dat de effectenlease-overeenkomsten Cash-Clicken Happy Beursday, Giga-Garant en Overwaarde Effect niet in aanmerking komen voor het Dexia Aanbod.

(x) Op het Aanmeldingsformulier is het vakje “Ja, ik ga in op het Dexia Aanbod” aangekruist. Onder dit aangekruiste vakje is onder meer vermeld:

“Door ondertekening van dit formulier () ga ik met Dexia () de Overeenkomst Dexia Aanbod aan. De volledige tekst van de Overeenkomst Dexia Aanbod als opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod moet, voor zoveel nodig, geacht worden volledig in dit aanmeldingsformulier te zijn ingelast en herhaald.

Ik verklaar deze overeenkomst ontvangen, gelezen en begrepen te hebben, en met de bepalingen daarvan in te stemmen.”

4.3. [appellante] heeft Dexia bij inleidende dagvaarding van 2 juni 2008 in rechte betrokken en gevorderd primair een verklaring voor recht dat Dexia gehouden is tot terugbetaling van al hetgeen [appellante] uit hoofde van de effectenlease-overeenkomsten I tot en met V aan Dexia heeft betaald en subsidiair een verklaring voor recht dat Dexia gehouden is tot terugbetaling van hetgeen [appellante] uit hoofde van de overeenkomsten II, IV en V aan Dexia heeft betaald, te vermeerderen met de wettelijke rente en met veroordeling van Dexia in de proceskosten.

4.4. Dexia heeft de vorderingen in conventie weersproken en in reconventie - na vermindering van eis bij conclusie van repliek in reconventie - gevorderd veroordeling van [appellante] tot betaling van de uit hoofde van de effectenlease-overeenkomst Overwaarde Effect resterende schuld van € 6.099,50, te vermeerderen met de contractuele rente, althans de wettelijke rente, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten.

4.5. De kantonrechter heeft bij vonnis waarvan beroep de vorderingen in conventie afgewezen en de vordering in reconventie toegewezen tot voormeld bedrag van € 6.099,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 september 2008, met veroordeling van [appellante] in de proceskosten in conventie en in reconventie.

De kantonrechter heeft daartoe overwogen dat de Dexia Aanbod Overeenkomst moet worden aangemerkt als een vaststellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 7:900 BW en dat [appellante] ten aanzien van alle vijf de effectenlease-overeenkomsten aan deze vaststellingsovereenkomst, en de daarin door [appellante] gedane afstand van rechten, is gebonden.

4.6. [appellante] stelt met haar grieven 1, 2 en 3 in hoger beroep opnieuw aan de orde dat haar wil niet gericht is geweest op het sluiten van een overeenkomst waarbij zij afstand deed van al haar schadevergoedingsaanspraken, althans dat zij hieromtrent heeft gedwaald, en aldus niet ten aanzien van alle effectenlease-overeenkomsten aan het Dexia Aanbod is gebonden, dat Dexia aansprakelijk is voor het ondeugdelijk advies van Spaar Select en Hypotheek Select, dat Dexia haar zorgplicht heeft geschonden door het nalaten duidelijke informatie te verstrekken over de consequenties van het aanvaarden van het Dexia Aanbod, en dat de bepalingen in de Dexia Aanbod Overeenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn.

4.7. Het hof zal deze grieven, die zich richten tegen de overwegingen 3.5. tot en met 3.8. van het bestreden vonnis, gezamenlijk behandelen.

4.8.1 Het hof stelt voorop dat [appellante] - terecht - niet heeft gegriefd tegen het oordeel van de kantonrechter dat [appellante] door het aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod met Dexia een vaststellingsovereenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel 7:900 BW . Immers zijn partijen door het aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod overeengekomen op welke wijze zij de effectenlease-overeenkomsten die na afloop van de looptijd eindigen met een eventuele restschuld zullen afwikkelen. [appellante] heeft daarbij afstand gedaan van haar rechten met betrekking tot alle door haar gesloten effectenlease-overeenkomsten (artikel 5.1. 2 ), terwijl Dexia verruimde mogelijkheden heeft geboden voor de nakoming van hetgeen [appellante] bij de afloop van de effectenlease-overeenkomsten was verschuldigd.

Aangezien partijen zich bij een vaststellingsovereenkomsten binden ter beëindiging of ter voorkoming van onzekerheid of geschil kunnen zij zich ten aanzien van de vraag waaromtrent zij in het onzekere verkeerden, in beginsel niet met vrucht op dwaling beroepen (HR 15 november 1985, NJ 1986, 228).

4.8.2 Uit het vorenstaande volgt dat de verweren die [appellante] uit hoofde van of verband houdende met alle door haar gesloten effectenlease-overeenkomsten (schending zorgplicht, dwaling etc.) had willen voeren gelet op het bepaalde in artikel 5.1.2 van de vaststellingsovereenkomst niet meer aan de orde kunnen komen. De Overeenkomst Dexia Aanbod is immers een vaststellingsovereenkomst, een overeenkomst dus waarbij partijen een onzekerheid of geschil omtrent hetgeen rechtens tussen hen geldt beëindigen door zich te binden aan een vaststelling daarvan.

4.9.1 [appellante] heeft gesteld dat alle effectenlease-overeenkomsten zijn gesloten door bemiddeling van Spaar Select en Hypotheek Select, dat de adviezen van deze tussenpersonen tot het aangaan van effectenlease-overeenkomsten niet paste bij de (pensioen-) doelstellingen van [appellante], en dat Dexia aansprakelijk is voor de ondeugdelijke advisering van haar tussenpersonen.

4.9.2 Naar het oordeel van het hof kan dit verweer, gelet op hetgeen het hof hiervoor in rov. 4.8.1 en 4.8.2 heeft overwogen, niet meer aan de orde komen. Het door Spaar Select en Hypotheek Select gegeven advies heeft immers geleid tot het aangaan van effectenlease-overeenkomsten (volgens Dexia overigens slechts tot de effectenlease-overeenkomsten I en II). Indien en voor zover dit advies van deze tussenpersonen ondeugdelijk was, namelijk niet passend bij de hen kenbare doelstellingen van [appellante], heeft derhalve te gelden dat [appellante] in artikel 5.1.2 van de vaststellingsovereenkomst afstand heeft gedaan van alle door haar jegens Dexia en/of enige tussenpersoon bij de totstandkoming van die effectenlease-overeenkomsten betrokken tussenpersoon gepretendeerde rechten uit hoofde van of verband houdende met die effectenleaseovereenkomsten.

4.9.3 Ten overvloede overweegt het hof dat, voor zover het verweer van [appellante] dat deze tussenpersonen ondeugdelijk hebben geadviseerd niet reeds afstuit op het bepaalde in artikel 5.1.2 van de vaststellingsovereenkomst, het volgende heeft te gelden. Naar het oordeel van het hof kunnen Spaar Select en Hypotheek Select in het kader van de door hen gegeven adviezen - ongeacht of deze betrekking hadden op het sluiten van effectenlease-overeenkomsten danwel op andere onderwerpen dan effectenlease (pensioen, overwaarde, verzekering etc.) niet worden aangemerkt als hulppersonen van Dexia als bedoeld in artikel 6:76 BW , zodat eventuele aansprakelijkheid van Dexia voor deze adviezen van Spaar Select en Hypotheek Select hoe dan ook niet op artikel 6:76 BW kan worden gebaseerd (zie eerder de arresten van dit hof van 6 november 2007, LJN: BB7875; 27 november 2007, LJN: BC1140; en 14 oktober 2008, LJN: BH3592).

Voor zover Spaar Select en Hypotheek Select [appellante] hebben geadviseerd met betrekking tot producten van Dexia, zoals de onderhavige effectenlease-overeenkomsten, heeft evenwel te gelden dat Dexia in het kader van de op haar rustende zorgplicht erop dient toe te zien dat haar tussenpersonen aan de afnemers van haar producten duidelijke voorlichting geven over de aard van het product en de daaraan verbonden risico’s, en dat Dexia bij gebreke daarvan zelf voor de noodzakelijke informatie dient zorg te dragen. Voor zover Dexia deze zorgplicht heeft verzaakt heeft evenwel te gelden dat [appellante] dit verweer gelet op het bepaalde in artikel 5.1.2 van de vaststellingsovereenkomst niet meer met vrucht kan voeren.

4.10.1 [appellante] heeft gesteld dat door de opbouw van de door Dexia verstrekte documentatie de indruk wordt gewekt dat het Dexia Aanbod alleen relevant is voor overeenkomsten die na het verstrijken van de looptijd eindigen met een restschuld. [appellante] stelt dat haar wil niet was gericht op het sluiten van een overeenkomst waarbij eveneens afstand werd gedaan van haar rechten met betrekking tot de effectenlease-overeenkomsten die na afloop van de looptijd niet met een restschuld zouden eindigen (de aflossingsproducten), althans dat zij hieromtrent heeft gedwaald.

4.10.2 Het hof overweegt als volgt. Niet in geschil is dat de verruimde mogelijkheden van Dexia Aanbod slechts golden voor die effectenlease-overeenkomsten die na ommekomst van de reguliere looptijd daarvan met een eventuele restschuld zouden eindigen en dat de zogeheten aflossingsproducten niet voor het Dexia Aanbod in aanmerking kwamen.

Tussen partijen is niet in geschil dat bij de brief van Dexia van 17 februari 2003, waarin zij [appellante] het Dexia Aanbod deed, als bijlagen onder meer het Aanmeldingsformulier Dexia Aanbod, de Toelichting Dexia Aanbod en de Overeenkomst Dexia Aanbod waren gevoegd. In de brief van 17 februari 2003 en in de Toelichting Dexia Aanbod, waarin wordt beschreven dat de verruimde mogelijkheden van Dexia Aanbod alleen betrekking hebben op restschuldproducten, is herhaalde malen - in de Toelichting Dexia Aanbod zelfs driemaal - uitdrukkelijk vermeld dat de Deelnemer aan het Dexia Aanbod door het aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod afstand doet van juridische acties met betrekking tot zijn effectenlease-overeenkomsten. Uit de brief noch uit de Toelichting Dexia Aanbod blijkt dus dat de afstand van rechten slechts betrekking had op de effectenlease-overeenkomsten waarvoor de verruimde mogelijkheden golden. In de toelichting op het Dexia Aanbod is voorts uitdrukkelijk vermeld en geadviseerd de Overeenkomst Dexia Aanbod goed door te nemen omdat daar de rechten en verplichtingen van de Deelnemer aan het Dexia Aanbod zijn bepaald.

In de considerans van de Overeenkomst Dexia Aanbod, op bladzijde 1 onder D., is vervolgens nadrukkelijk en in duidelijke bewoordingen vermeld dat de Deelnemer aan het Dexia Aanbod ook afstand doet van zijn rechten met betrekking tot effectenlease-overeenkomsten waaruit aan het einde van de looptijd geen restschuld kan voortvloeien, terwijl vervolgens in artikel 5.1. 2 nogmaals in duidelijke bewoordingen is vermeld dat de Deelnemer ter zake van de DA-Effectenlease-overeenkomsten en/of de NDA-Effectenlease-overeenkomsten afstand doet van alle door hem gepretendeerde rechten uit hoofde van of verband houdende met die effectenlease-overeenkomsten. In de Algemene bepalingen zijn de begrippen DA- en NDA-effectenlease-overeenkomsten nader gedefinieerd als effectenlease-overeenkomst waarvoor het Dexia Aanbod geldt omdat daaruit een eventuele restschuld kan voortvloeien (de DA-effectenlease-overeenkomst) en effectenlease-overeenkomsten waarvoor de verruimde mogelijkheden van het Dexia Aanbod niet gelden omdat het hier om overeenkomsten gaat waaruit aan het einde van de reguliere looptijd geen restschuld kan voortvloeien (de NDA-effectenlease-overeenkomst).

4.10.3 Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat [appellante] zich niet met vrucht erop kan beroepen dat zij heeft gedwaald met betrekking tot de gevolgen van het Dexia Aanbod. Het hof is van oordeel dat voor degene die zich redelijke inspanningen had getroost uit de tijdig verstrekte informatie, waaronder in het bijzonder de hiervoor aangehaalde passages uit de Overeenkomst Dexia Aanbod, voldoende duidelijk was dat hij, indien hij de Overeenkomst Dexia Aanbod aanging, in artikel 5.1.2 afstand deed van alle door hem gepretendeerde rechten met betrekking tot alle door hem gesloten effectenlease-overeenkomsten. Voor zover [appellante] zich er niet van bewust was welke consequenties het aangaan van de Overeenkomst Dexia Aanbod had, heeft zij zulks aan zichzelf te wijten. Van [appellante] mochten immers redelijke inspanningen worden gevergd de verstrekte informatie te begrijpen. Dit oordeel houdt tevens in dat Dexia niet tekort is geschoten in de nakoming van de op haar rustende zorgplicht om [appellante] ter zake van correcte informatie te voorzien.

4.10.4. Voor zover [appellante] niet de wil had zich ook wat betreft de effectenlease-overeenkomsten II, IV en V te binden aan de vaststellingsovereenkomst, is het hof van oordeel dat gelet op de duidelijke bewoordingen van de Overeenkomst Dexia Aanbod en de omstandigheid dat [appellante] door ondertekening van het aanmeldingsformulier uitdrukkelijk heeft verklaard dat zij met de bepalingen van de Overeenkomst Dexia Aanbod instemt, Dexia gerechtvaardigd erop heeft mogen vertrouwen dat deze verklaring van [appellante] overeenstemde met haar wil. Artikel 3:35 BW staat er derhalve aan in de weg dat [appellante] zich thans erop beroept dat zij geen afstand wilde doen van haar rechten uit alle effectenlease-overeenkomsten en haar wil in zoverre niet strookte met haar verklaring.

4.11. De door [appellante] gestelde feiten en omstandigheden, zoals hiervoor door het hof besproken, noch afzonderlijk noch in onderling verband en samenhang bezien nopen, tot het oordeel dat onverkorte toepassing van de in de vaststellingsovereenkomst neergelegde bepalingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden zijn.

4.12. Al het voorgaande voert tot de slotsom dat de grieven 1, 2 en 3 en daarmee tevens de daarop voortbouwende grief 4 falen. Het vonnis waarvan beroep zal derhalve worden bekrachtigd. [appellante] zal als de in het ongelijk gestelde partij in het hoger beroep in de proceskosten van deze instantie worden veroordeeld.

5. De uitspraak

Het hof:

bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter Breda van 8 december 2010;

veroordeelt [appellante] in de proceskosten van het hoger beroep, welke kosten tot op heden aan de zijde van Dexia worden begroot op € 1.769 aan verschotten en op € 894 voor salaris advocaat;

verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.

Dit arrest is gewezen door mrs. J.Th. Begheyn, Th.C.M. Hendriks-Jansen en S. Riemens en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 22 mei 2012.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature